donderdag 6 september 2012

Intelligente 'Medea' laat glashelder zien waar het om gaat


Elke regisseur die een Medea gaat maken, zal zich ten doel stellen haar gruwelijke kindermoord inzichtelijk te maken. Zo ook Thibaud Delpeut op het Zeeland Nazomerfestival, op locatie bij de oude vestingwand van Veere. Bij hem is Medea, beheerst en overtuigend gespeeld door Wendell Jaspers, geen uitzinnige barbaarse maar bedient zij zich van een griezelig onderkoelde rationaliteit. Via een gestileerde en geconstrueerde omweg, met naast delen uit de klassieke teksten van Euripides en Seneca ook verschillende stukken uit moderne teksten van onder anderen Heiner Müller en Sylvia Plath, komt de daad des de harder binnen bij het publiek.

“Terugtellen van tien”. Het Sarah-Kanemotief waarmee Delpeut zijn geconstrueerde Medea laat aanvangen, is de eerste bevestiging van mijn vermoeden dat we een klinische behandeling voorgeschoteld zullen krijgen van Euripides' tragedie over de mythische prinses uit het hedendaagse Georgië, die om haar Griekse Jason te helpen allerlei gruweldaden begaat tegen haar eigen familie en de zijne. De briljant gevonden achterwaartse opkomst van Jaspers maakt de geesten van het publiek rijp voor de associatieve waarnemingsmodus die van hen verwacht wordt. Wanneer deze inspanning geleverd wordt, wordt het publiek 'beloond' met een haarscherp inzicht in wat het betekent om tegen je wil geen kinderen te hebben, al dan niet door eigen actieve toedoen.

Het is deze thematische keuze die de zorgvuldig gecomponeerde voorstelling van zijn cement voorziet. In Euripides' versie komt de figuur van de Atheense koning Aigeus toevallig voorbijgelopen, die terugkeert van een bezoek aan het orakel van Delphi met de vraag of hij ooit nog kinderen zal gaan krijgen. Dit alles net nadat Medea met zichzelf heeft afgesproken dat áls er nog iemand langskomt bij wie ze haar toevlucht kan zoeken na naar daad, zij dan haar plan definitief zal gaan uitvoeren. Aigeus zweert dat hij haar onderdak zal verlenen, zich onbewust van wat zij van plan is, en Medea gaat voort. Delpeut schrapt terecht deze wel heel toevallige ontmoeting, maar bewaart wel de thematische portee ervan; het contrast tussen iemand die graag kinderen wil, en Medea die haar kinderen wil doden, komt in deze enscenering zelfs nog scherper naar voren. De min, die tot haar grote verdriet geen kinderen heeft kunnen krijgen, (vertolkt door Marlies Heuer met onder meer een prachtige en aangrijpende monoloog van Sylvia Plath), ziet namelijk Medea's kinderen alsof zij haar eigen zijn. Zij verlichtten haar pijn, verbittering, haar stigma van mislukte vrouw. Gevolg is dat we in Delpeuts Medea nog een misdaad op het conto van de protagoniste kunnen schrijven: zij verwoest het leven van de min.

De verklarende kracht voor Medea's wandaden wordt in deze voorstelling niet zozeer getoond aan de hand van de voor de hand liggende tegenstellingen waanzin versus verstandigheid, barbarij versus civilisatie, emotie versus rationaliteit en vrouw versus man. De problematiek wordt niet in scènes van samenspel, maar aan de hand van een schematische constructie inzichtelijk gemaakt. Medea handelt weloverwogen en rationeel, maar ten behoeve van de verkeerde waarden. We zien hoe zij deze waarden heeft verkregen. Daardoor wordt de strijd tussen Jason en Medea er een van een abstracter niveau; we zien geen mensen meer maar functionarissen in een groter waarden- en overtuigingensysteem. Dat leidt er soms toe dat het conflict hoewel zeer inzichtelijk, net wat minder invoelbaar is, op momenten waarop ik er wel naar verlangde. In één scène bijvoorbeeld mimen Jason en Medea een intiem en gewelddadig gesprek, terwijl we Jason en profil zien en Medea enkele meters verderop en face.

Het is dit korte moment waarop de constructie van de voorstelling wat al te schrander wordt, en het wordt gauw meer dan goedgemaakt door een genadeloze monoloog van Bram Gerrits die het politieverslag opzegt van een kindermoord die daadwerkelijk heeft plaatsgevonden. Een minutenlang huiverend publiek krijgt ten volle de ernst van de zaak mee. Het is knap hoe deze vrije en zeer intelligente bewerking van Medea met niet voor de hand liggende middelen, zo dicht de literaire waarde van het origineel kan benaderen; een bijzonder waardige Medea.